Toen Nadia de Vries nog een meisje was kreeg ze te horen dat ze misschien nooit volwassen zou worden. Na eindeloze ziekenhuisonderzoeken en een even lang verblijf bleek dat ze systemische mastocytose had, een zeldzame ziekte die soms ontaardt in een agressieve vorm van leukemie, zo goed als dodelijk. Ze deed een stapje terug van de wereld. ‘Normale’ mensen moesten nadenken over wat ze gingen studeren, waar ze gingen wonen en wat voor baan ze zouden krijgen, maar niet zij. Haar leven speelde zich af voor de tv met doosjes kipnuggets en haar favoriete kattenboek. Tot ze als puber hoorde dat ze genezen was verklaard. Ze zou dus toch leven. Maar hoe dat precies moest, had ze nooit geleerd. Hoe vind je een plek in een wereld waaraan je nooit hebt deelgenomen, en hoe pik je de draad weer op na een traumatische gebeurtenis?
Fast forward. Jaren later krijgt De Vries een andere diagnose: zware depressies en zelfmoordneigingen blijken het gevolg te zijn van een persoonlijkheidsstoornis. Dat is ook een ziekte, maar waarom worden ziektes van het lichaam serieuzer genomen en anders behandeld dan ziektes van het hoofd? Vanuit persoonlijke interesse en ervaring als ernstig zieke aspirant-zelfmoordenaar, wetenschapper, schrijver en dichter onderzoekt Nadia de Vries wat ziekte betekent voor iemands identiteit en hoe de wereld op haar beurt kijkt naar mensen die afwijken: te dik, te dun, ongezond, instabiel, of lichamen die op een andere manier ‘anders’ zijn. En wat zegt die blik over medeleven, menselijkheid en ieders recht op een eigen plek hebben in de wereld? Dit boek is veel meer dan een persoonlijk verhaal, maar ook een verkenning van hoe de samenleving omgaat met haar zwakkeren.

Dit boek ontving ik als recensie-exemplaar van Uitgeverij Pluim
Nooit eerder las ik boeken die specifiek over ziek-zijn gaan, nu las ik er twee in twee maanden. Eerder besteedde ik tijd aan Welkom in het rijk der zieken van Hanna Bervoets, daar was ik geen groot fan van. De tweede die op de mat viel was Kleinzeer, het eveneens kleine boekje van Nadia de Vries. Ik wist niet zo goed wat te verwachten en om eerlijk te zijn had ik ook nooit van de auteur gehoord - maar goed, dat maakt het uiteindelijk alleen maar extra leuk.
Kleinzeer is een non-fictieboek over het leven van Nadia de Vries. Nadia had, toen ze klein was, een ernstige ziekte waardoor ze waarschijnlijk niet al te oud zou worden. Omdat ze toch al ziek was at ze alleen witbrood, chips, appelsap, en McDonalds. Ze leerde niet om te zwemmen, ze computerde veel, en leefde eigenlijk zonder na te denken over een toekomst - omdat die er toch niet zou zijn. En toen werd ze beter.
Er was geen excuus meer om eindeloos veel kipnuggets te eten want Nadia kreeg een leven, en dat zou geleefd worden. Ze werd suïcidaal, ongelukkig, begon te veel te drinken. Ze werkte veel, probeerde het echt, ontmoette verkeerde mannen waartegen ze zich niet kon verzetten, en haar leven ging door iets wat eigenlijk een verschrikkelijk mooi geluk had kunnen zijn - het terugvinden van de gezondheid - allemaal de verkeerde kant uit.
Kleinzeer is een beschrijving van deze gebeurtenissen, en een pleidooi voor het bespreekbaar maken van geestesziekten. Het is een onwijs dun boekje maar De Vries gaat goed in op beide aspecten. Het beschrijven van de gebeurtenissen in haar leven is krachtig, en deed me vooral realiseren dat niets is wat het lijkt: per ongeluk toch ouder worden dan veertien jaar is misschien nog wel moeilijker dan sterven, hoe dubbel het ook klinkt. Het pleidooi voor het bespreekbaar maken van geestesziekten wordt ook goed gedaan - de auteur haalt er allerlei voorbeelden bij van bekende mensen die geroemd worden om wat ze hebben bereikt, en herinnert ons er aan dat er onder de schijn van een goed leven vaak nog diepere lagen zitten.
Er is een specifiek stukje dat ik erg mooi vond:
Ik weet dat ik wil leven omdat ik onlangs, toen ik diarree had, alsnog uit dansen ging, maar een Depend Ultra onder mijn jurk aantrok voor het geval het plotseling toch niet goed ging op de dansvloer. De vriend met wie ik uitging lachte smakelijk toen ik het hem vertelde, wat ik best kon begrijpen, maar ondertussen was het voor mij een situatie van grote ernst. Ondanks alles wat er is gebeurd ben ik iemand geworden die danst, niet iemand die in bed ligt. Ooit vertelde ik vol trots aan mijn therapeut dat ik zo goed was in toneelspelen, in doen alsof alles oké was, terwijl het allemaal niet oké was. In tegenstelling tot de bewondering en goedkeuring waarop ik had geanticipeerd, fronste de therapeut en zei ze dat ze het oneerlijk van me vond om mijn omgeving zo voor te liegen. Er waren toch zeker mensen die van mij hielden? Verdienden die mensen mijn oprechtheid dan niet? Haar opmerking zette me aan het denken; ze was het geld waard geweest. Als ik werkelijk een plek voor mezelf wil opeisen in de alledaagse wereld, dan moet ik ook een plek durven op te eisen die niet op fictie is gebaseerd. Mensen mogen de versie van mij zien die in luiers danst, maar ook de versie die in bed blijft en hamsters verwaarloost. Afstotend of niet, ik ben vandaag uit bed gekomen, en dat is de enige werkelijkheid die ik verlang. (p131, 132)
Ik denk dat Kleinzeer voor mij een boekje is dat ik over een jaar of twee nog eens oppak en herlees, gewoon, in een avondje, op een moment dat ik er behoefte aan heb. Ik denk dat dit een goed boek is voor mensen die een duwtje in de rug nodig hebben, die even willen lezen dat het oké is, ook als het niet tip top gaat. Het was voor mij niet het mooiste boek dat ik in tijden las maar het voelt ook niet als een 'boek' in de klassieke vorm: het is meer een essay over een interessante levensloop, met hoopgevende relativeringen hier en daar - en een hoopvol einde. Nadia de Vries is onwijs open, schaamt zich niet om wellicht choquerende details van een verdrietig ziekteverloop te delen, en inspireert op die manier om net iets meer uit een dag te halen. Ook is ze op geen moment 'zeurderig' over haar eigen leven, wat knap is met een onderwerp als dit. Lees dit boek als je het nodig denkt te hebben, ik denk dat er voor iedereen iets moois uit te halen valt.
Kleinzeer is een beschrijving van deze gebeurtenissen, en een pleidooi voor het bespreekbaar maken van geestesziekten. Het is een onwijs dun boekje maar De Vries gaat goed in op beide aspecten. Het beschrijven van de gebeurtenissen in haar leven is krachtig, en deed me vooral realiseren dat niets is wat het lijkt: per ongeluk toch ouder worden dan veertien jaar is misschien nog wel moeilijker dan sterven, hoe dubbel het ook klinkt. Het pleidooi voor het bespreekbaar maken van geestesziekten wordt ook goed gedaan - de auteur haalt er allerlei voorbeelden bij van bekende mensen die geroemd worden om wat ze hebben bereikt, en herinnert ons er aan dat er onder de schijn van een goed leven vaak nog diepere lagen zitten.
Er is een specifiek stukje dat ik erg mooi vond:
Ik weet dat ik wil leven omdat ik onlangs, toen ik diarree had, alsnog uit dansen ging, maar een Depend Ultra onder mijn jurk aantrok voor het geval het plotseling toch niet goed ging op de dansvloer. De vriend met wie ik uitging lachte smakelijk toen ik het hem vertelde, wat ik best kon begrijpen, maar ondertussen was het voor mij een situatie van grote ernst. Ondanks alles wat er is gebeurd ben ik iemand geworden die danst, niet iemand die in bed ligt. Ooit vertelde ik vol trots aan mijn therapeut dat ik zo goed was in toneelspelen, in doen alsof alles oké was, terwijl het allemaal niet oké was. In tegenstelling tot de bewondering en goedkeuring waarop ik had geanticipeerd, fronste de therapeut en zei ze dat ze het oneerlijk van me vond om mijn omgeving zo voor te liegen. Er waren toch zeker mensen die van mij hielden? Verdienden die mensen mijn oprechtheid dan niet? Haar opmerking zette me aan het denken; ze was het geld waard geweest. Als ik werkelijk een plek voor mezelf wil opeisen in de alledaagse wereld, dan moet ik ook een plek durven op te eisen die niet op fictie is gebaseerd. Mensen mogen de versie van mij zien die in luiers danst, maar ook de versie die in bed blijft en hamsters verwaarloost. Afstotend of niet, ik ben vandaag uit bed gekomen, en dat is de enige werkelijkheid die ik verlang. (p131, 132)
Ik denk dat Kleinzeer voor mij een boekje is dat ik over een jaar of twee nog eens oppak en herlees, gewoon, in een avondje, op een moment dat ik er behoefte aan heb. Ik denk dat dit een goed boek is voor mensen die een duwtje in de rug nodig hebben, die even willen lezen dat het oké is, ook als het niet tip top gaat. Het was voor mij niet het mooiste boek dat ik in tijden las maar het voelt ook niet als een 'boek' in de klassieke vorm: het is meer een essay over een interessante levensloop, met hoopgevende relativeringen hier en daar - en een hoopvol einde. Nadia de Vries is onwijs open, schaamt zich niet om wellicht choquerende details van een verdrietig ziekteverloop te delen, en inspireert op die manier om net iets meer uit een dag te halen. Ook is ze op geen moment 'zeurderig' over haar eigen leven, wat knap is met een onderwerp als dit. Lees dit boek als je het nodig denkt te hebben, ik denk dat er voor iedereen iets moois uit te halen valt.
Geen opmerkingen