Een Nederlandstalige boekenblog door Sjoukje Croux

Mogelijk gemaakt door Blogger.

Recensie: Visser van Rob van Essen

Geschiedenisleraar Jacob Visser heeft een huis op een woonerf, een dochter die gaat trouwen en een vrouw die na de dood van hun eerste dochtertje van hem is vervreemd. Wanneer hij tijdens een van zijn lessen iets ondoordachts zegt, komt zijn leven in een maalstroom terecht. Een groepje neonazi's vat zijn uitspraken op als een oproep om tot actie over te gaan en benoemt hem tot hun leider; in een gekraakte concertzaal wordt hij als held ingehaald, en een oude boer durft hem eindelijk te laten zien welk vreemd schilderij hij al jaren op zolder verborgen houdt.



Al sinds ik De goede zoon las, verheugde ik me op het lezen van Visser. Ik wist dat het op 24 september opnieuw uitgegeven zou worden in dezelfde stijl als De goede zoon en (soort van) Winter in Amerika (klik voor recensies), dus op 24 september stond ik - zoals te verwachten - enthousiast in Athenaeum.

De vorige twee keren toen ik iets probeerde te schrijven over de boeken van Rob van Essen liep ik tegen eenzelfde probleem aan als nu. Omdat zijn schrijfstijl zo bizar is, de verhaallijnen zo complex en het plot ingewikkeld uit te leggen dekt een samenvatting van de eerste paar gebeurtenissen met een cliffhanger-achtig einde de lading niet eens voor tien procent. Dit boek gaat over een geschiedenisleraar, Jacob Visser, die tijdens een les een onhandige uitspraak doet en per ongeluk leider wordt van een nieuw opgekomen anti-semitische groep. Een regionale redacteur, toevallig een oude vriend, krijgt dit te horen via zijn zoon en plaatst het in een lokaal blaadje. De uitspraak en de gevolgen ervan blazen op, Visser wordt op non-actief gesteld (of, ziek gemeld), en hij gaat ronddolen. Hij heeft nog een camper waar hij de dochter van de journalist van het regionale blaadje aanrandt - wat als tussen neus en lippen door mee te lezen valt in de gedachtestroom van de hoofdpersoon - heeft moeite met het naderende huwelijk van zijn dochter, bezoekt wat aan hem opgedragen nazibijeenkomsten, en is, kortom, onderdeel van een bizarre werkelijkheid. Deze bizarre werkelijkheid ervaart hij niet zoals een gemiddelde persoon dat zou doen - hij onderneemt bijvoorbeeld niets tegen zijn recente, per ongeluk verworven status als nazi-leider - en ook alle andere gebeurtenissen vinden plaats op een Van Essen-esque manier, als ik het even zo mag noemen.

Toch raakte dit boek mij minder dan Winter in Amerika, en nog minder dan De goede zoon. Omdat de hoofdpersoon alles zo passief meemaakt deed ik als lezer dat ook, en passages die me in andere situaties zouden hebben laten gniffelen waren nu net iets te geforceerd theatraal, of in andere gevallen zelfs een beetje saai. Omdat Van Essen de werkelijkheid op zo'n gekunstelde, getwiste manier schrijft die je continu doet afvragen wat echt en nep is - en dit een heel bijzondere eigenschap en stijl is - is het extra vervelend als het niet op de prettig leesbare, verwonderende manier gebeurt. 

Na het lezen van het boek weet ik nog steeds niet zo goed wat de bedoeling ervan was. Het verlies van een kind was een groot thema, net als gekte en eenzaamheid, misschien zou ik het uiteen drijven van een partner kunnen herkennen, maar die onderwerpen ontstaan slechts omdat ik er nu over nadenk. Het boek gaat over het per ongeluk worden van een nazileider, en dit had an sich hilarisch, triest, en donker-komisch op hetzelfde moment kunnen zijn. In plaats daarvan is het een mengelmoesje van gekke ideeën die me niet per se raken en die ik ook niet per se snap of kan samenvatten in een zinnig doel. Hoewel dat niet altijd hoeft, gaf het boek me te weinig om me toch met plezier te laten lezen. Ik bleef maar zoeken zonder iets concreets te vinden. 

Winter in Amerika vond ik geniaal omdat het bizar-bizar is, het me liet lachen, en omdat het over de boeken- en uitgeverswereld gaat. De goede zoon vond ik eveneens geniaal omdat het een onwijs gecompliceerd, grappig, dystopisch, futuristisch en toch actueel boek is. Van dit boek had ik hoge verwachtingen omdat ik de andere twee dus heerlijk vond. Ik denk dat ik Visser een jaar of drie geleden, zonder het lezen van de andere twee, misschien wel net zo geniaal had gevonden. Nu voelde het echter een beetje anti-klimatisch, alsof ik op zoek was naar een puzzelstukje van het - in mijn opinie, evengoed fantastische - Van Essen-brein, en slechts een knap maar herhaald warrig kunstje vond. Jammer, maar niet erg - met een toch wel gewaagde schrijfstijl als die van Van Essen kun je niet anders dan voor sommige lezers af en toe de plank misschien een klein beetje misslaan.

Geen opmerkingen

zoek!